
Arabica versus Robusta
Wist je dat het eerste kopje koffie ergens rond de tiende of elfde eeuw in Ethiopië werd ontdekt? Ethiopiërs waren de eerste mensen in de wereld die koffie dronken en hebben zo de titel ‘het land van de koffie’ bemachtigt. Na enige tijd zijn steeds meer mensen de kwaliteiten van het ‘zwarte goud’ gaan zien, en het verspreidde zich in de vijftiende eeuw naar Jemen. Slechts een eeuw later werd koffie ook in Perzië, Egypte, Syrië en Turkije op een dagelijkse basis gedronken. Maar hoe zit het nou eigenlijk met koffiebonen?
Koffiebonen zijn eigenlijk een soort zaden, ze zitten namelijk verstopt in koffiebessen. Deze zaden – of eigenlijk pitten – worden door ons (onterecht) bonen genoemd. De bessen zijn te eten als elke andere eetbare bes, maar de zaden in de bessen zijn dat niet. Je kunt de zaden daarentegen wel roosteren om ze vervolgens als heerlijke koffiebonen te gebruiken!
De bessen groeien in koffieplanten die twee soorten bonen produceren: Robustabonen en Arabicabonen. Uiteraard zijn er vandaag de dag vele koffieboon soorten beschikbaar, maar dat zijn altijd óf Robustabonen óf Arabicabonen. Momenteel zijn Arabica koffiebonen de meest gedronken koffiebonen ter wereld. Deze bonen bezitten 70% van de huidige koffiemarkt ten opzichte van de 30% van de Robusta koffiebonen.
Maar wat zijn nu eigenlijk de verschillen tussen Arabica koffiebonen en Robusta koffiebonen?
Het meest opvallende verschil is de prijs. Arabica bonen zijn namelijk een stuk duurder. Om deze reden zie je weleens dat Arabica koffiemelanges een deel Robusta bonen krijgen toegevoegd om zo de kosten iets te drukken.
Cafeïne is een andere eigenschap waar Arabica zich onderscheidt ten opzichte van Robusta. Robusta bonen bezitten namelijk veel meer cafeïne. Cafeïne is een natuurlijke bescherming tegen parasieten en ziektes. De robusta plant beschermt zich noodzakelijkerwijs beter door middel van de cafeïne. Echter heeft dit ook effect op de smaak. Arabica bonen zijn verkrijgbaar in een breed smaakpallet: van zoet en zacht tot kruidig en sterk. Smaken als chocolade en fruit komen ook voor bij deze koffiebonen.
De Robusta bonen beschikken daarentegen over minder verfijnde smaken, maar zorgen vaak wel voor een volle, stevige body bij een melange.
De plekken waar je de bonen tegenkomt zijn ook leidend voor de verschillen. De Arabica plant groeit bijvoorbeeld op grote hoogtes van ongeveer 1000-2000 meter, terwijl de Robusta plant doorgaans tot 1000 meter hoogte groeit.
Omdat de Arabica bonen zo hoog groeien, zijn ze vrijwel altijd terug te vinden in berggebieden. Deze plant groeit optimaal met een temperatuur tussen de 18 en 21 graden Celsius. Daarbij heeft de boon een korte periode van droogte nodig om de bloem te ontwikkelen. De Arabica koffieboon is door deze klimaateisen wel gevoeliger voor ziektes. Een koffieplant maakt cafeïne aan om zichzelf te beschermen tegen parasieten en ziekten. Maar omdat de Arabica planten op grote hoogte groeien, worden deze planten minder blootgesteld aan dieren en ziekten. De Arabica bonen bevatten hierdoor minder cafeïne dan de Robusta bonen, en zijn daardoor zachter en voller van smaak.
De Robusta planten groeien in lager gelegen gebieden en zijn kleiner en ronder van vorm. De Robusta planten zijn minder veeleisend als het gaat om temperatuur en hoogte. Dit maakt het verbouwen van Robusta bonen makkelijker. De bonen zijn ook minder gevoelig voor ziektes. Omdat ze door de lagere groeihoogte aan meer afbrekende elementen worden blootgesteld, zijn ze zich door de jaren heen daarvoor gaan beschermen. De Robusta heeft echter door de stevigere weerstand ook een stevigere smaak. Vaak wordt dit als meer bitter ervaren. Deze “bitterheid” is ideaal om te gebruiken in melkvarianten als cappuccino en latte macchiato. Robusta koffie bevat twee keer zoveel cafeïne. Hierdoor krijg je net dat beetje extra energie op je werkdag!